Kortgeleden klaagden we in Nederland massaal over de natste lente in zeker 25 jaar. Nu is het inmiddels weer kurkdroog en dreigen watertekorten. De droogte, waarmee ons land kampt, is niet alleen een gevolg van veranderend weer. Volgens Daan Bleichrodt van IVN Natuureducatie is het vooral droog omdat hiervoor wordt gekozen
Grondwaterstand bewust laag
“Een eeuw geleden was droogte nog onvoorstelbaar in ons druilerige kikkerland”, zegt Bleichrodt. “Het water werd gewoon door de grond opgenomen. Fijn voor de natuur. Nu voeren we al het regenwater zo snel mogelijk via de rivieren af naar zee.
Daarnaast wordt op het platteland de grondwaterstand kunstmatig laag gehouden omdat de koeienrassen die we voor de melkveehouderij gebruiken nu eenmaal niet tegen natte voeten kunnen en het land ook makkelijker met een tractor te bewerken is als het grondwaterpeil net wat lager is.”
Versteende steden
Daarnaast zijn de steden de afgelopen decennia vakkundig dicht getegeld. De regen die valt, wordt veelal via putjes in de straten afgevoerd en bij heftige buien overstromen de riolen. Op warme zomerse dagen zuchten de steden door het gebrek aan groen en water onder de hitte.
Genoeg zoet water
“Het is hoog tijd dat hier verandering in komt” aldus Bleichrodt. “De droogte is namelijk een keuze. We hebben in Nederland meer dan genoeg aanvoer van zoet water. Het regent nog altijd veel, alleen wat minder vaak. De regen die valt komt in piekbuien, dus veel neerslag in korte tijd. Daarnaast stroomt er via de Rijn, Maas, Waal en andere rivieren meer dan genoeg water het land binnen.”
Water vasthouden
Bleichrodt: “De grote uitdaging is hoe we dit water vasthouden en zorgen dat de bodem van de stad, landbouw- en natuurgebieden weer een spons wordt. Dit kan door afscheid te nemen van ons melkvee, de grondwaterstand te verhogen (gewoon een keuze) en door het vergroenen van steden.
Door het laten meanderen van rivieren door het landschap en het creĆ«ren van meer natte natuurgebieden slaan we niet alleen mee water op, maar zorgen we ook voor meer biodiversiteit, meer natuur en meer welzijn. Ook kunnen we potentieel nog eens heel veel CO2 in onze bodems opslaan. Kortom: een win-winsituatie.”